Ouessant gevilt

Afgelopen maandag hadden Ans en ik eindelijk tijd om weer eens samen te gaan vilten. 

We wilden een grote lap maken van een vacht die we nog hadden liggen. Van die vacht wilden we dan het tuin schaap van Tintangel maken. 

Na een dagje vilten hadden we niets, nada, noppes.

De vacht die we gebruikt hadden zag er supermooi uit maar wilde niet vilten.

Dus ben ik vandaag maar aan de slag gegaan met Ouessantwol en bergschaap. Een combi die altijd lukt. Nu heb ik een mooie stevige lap voor het tuinschaap.

Hier ook kort wat informatie over de wol van het ouessantschaap.

De wol is goed te gebruiken om te vilten en te spinnen.

De vachten laten zich allemaal op verschillende manieren vilten.
De donkerbruine en zwarte vacht is het makkelijkst te verwerken. De wol moet dan wel gekaard zijn. Zo uit de vacht is niet te bepalen welke delen van de wol wel aan elkaar vilten en welke delen niet.
Door de wol met warm water te verwerken blijven de vezels meteen goed aan elkaar zitten en is het een genot om er manden, tassen en kussens mee te maken. De wol blijft mooi soepel. Ook als deze in dikke lagen gelegd wordt. Het is geen zacht aanvoelende wol.

De witte en de grijze vacht zijn moeilijker te verwerken. Door een wolsoort toe te voegen die goed vilt, laten ook deze vachten zich heel mooi verwerken.
Als de wol toch alleen verwerkt wordt is het van belang om eerst er voor te zorgen dat alle wol op zijn plek ligt. Als de wol eenmaal nat is kan er niets meer aan toegevoegd worden.
Door bergschaap toe te voegen wordt de wol steviger. Als er gaten ontstaat tijdens het vilten kunnen deze met bergschaap nog makkelijk gevuld worden.
Door merino te gebruiken blijft de wol soepeler. Ook hier geldt weer als er gaten ontstaan, gebruik merino om ze te vullen.